“In de eerste plaats ben ik tekenaar. Daar ligt de basis voor mijn werk in houtskool en pastelkrijt. Beide technieken worden middels mijn werk op de tentoonstelling getoond.
Mijn werkproces is sinds een jaar of vijf als volgt: s ’ochtends begin ik met werken in houtskool. Het zijn toonoefeningen. ‘Toon’ is een belangrijk onderdeel in de beeldende kunst. De schakeringen van licht naar donker die in zowel zwart/wit als in kleur te onderscheiden zijn en die in hoge mate bepalend zijn voor het juist opbouwen van een beeldvlak en de te suggereren ruimtebeleving.
De houtskoolportretten op klein formaat, meestal ca. 15×10 cm. maak ik aan de hand van Rembrandtportretten. Ik ga daar bij voorkeur naar het Museum, (Rijks-, Hermitage, of het Mauritshuis.). Ook zijn goede reproducties goed materiaal voor een toonstudie, beide onontbeerlijk voor het plezier om domweg te willen tekenen, en dat heel goed te doen door heel, heel goed te kijken.
De onweerstaanbare grootsheid van Rembrandtportretten ‘hertaal’ ik in houtskool en in die tekeningen probeer ik het opbouwproces van een Rembrandtschilderij in olieverf te herleiden naar de opbouw van een zwart/wittekening. Het moge duidelijk zijn dat ik een op de ‘klassieken geënt’ kunstenaar ben.
In de middag pastelleer ik en ben door ‘t ‘warm tekenen’ van de portretjes in een zekere ‘drive’ gekomen. De pastels zijn doorwrochte werkjes die in verschillende stadia hun voltooiing vinden, in tegenstelling tot de houtskool ‘tronies’ die ik met grote snelheid maak en hun levendigheid daar ook aan ontlenen.
De onderwerpen van mijn werk zijn eigenlijk van onderschikt belang. Ze dienen als voedsel voor het plezier in houtskool en pastel uit te blinken, sterker nog, in deze technieken de beste willen zijn.”
Onno Boerwinkel
De kunstwerken van Onno Boerwinkel zijn tot en met 15 oktober te bewonderen in Museum Valkenburg. Tegelijkertijd exposeert Paul Hugo ten Hoopen met zijn leerlingen en zijn fraaie fototentoonstellingen van Harry Heuts en Loek Groenendijk te zien.